Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
Artikel 24
1
Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de leden en de plaatsvervangende leden van een huurcommissie. Zij worden benoemd voor een tijdvak van vier jaar en zijn als lid van die huurcommissie, onderscheidenlijk plaatsvervangend lid, voor een aansluitend tijdvak eenmaal herbenoembaar.
2
Tot lid of plaatsvervangend lid worden slechts benoemd personen die over voldoende deskundigheid beschikken om bij te dragen aan een behoorlijke vervulling van de ingevolge de wet aan de huurcommissie opgedragen taken.
3
De benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden geschiedt zodanig dat in de huurcommissie leden en plaatsvervangende leden uit de kring van huurders, onderscheidenlijk uit de kring van verhuurders, gelijkelijk zijn vertegenwoordigd.
4
Onze Minister stelt met inachtneming van het derde lid bij iedere benoeming de door hem daartoe aangewezen organisaties, die geacht kunnen worden de belangen van de huurders, onderscheidenlijk de belangen van de verhuurders, te behartigen, gedurende negen weken in de gelegenheid een aanbeveling te doen. Indien meer dan één organisatie is aangewezen om een aanbeveling te doen, stelt Onze Minister de betrokken organisaties slechts in de gelegenheid tezamen een aanbeveling te doen. Bij het doen van een aanbeveling wordt rekening gehouden met het tweede lid.
5
Onze Minister neemt binnen zes weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn over de benoeming een beslissing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.